Analyse en inzichten in de mate waarin isolatiematerialen en aanliggende materialen losmaakbaar zijn in hun specifieke aansluitingen (bouwknopen).
Hierbij is een opsplitsing gemaakt tussen ‘klassiek’ in de zin van ‘klassiek gekend, vaak voortkomende uitvoering’ en ‘demonteerbaar’ in de zin van ‘bijzondere aandacht op demonteerbaarheid van de bouwknoop’.
Losmaakbaarheid als facilitator om hergebruik en circulair bouwen te maximaliseren en zo de milieu-impact van de isolatiematerialen en aanliggende materialen naar de toekomst toe te minimaliseren. Daarnaast zijn factoren zoals recycled content, recycleerbaarheid, standaardisatie, restwaarde,… die de circulariteit van een bouwknoop bepalen.
Voor het bepalen van de graad van demonteerbaarheid is gebruik gemaakt van de Losmaakbaarheidsindex 2.0.
Materiaal | Dikte [m] | |
1 | Gipspleister | 0,01 |
2 | Verlijmd snelbouwmetselwerk | 0,14 |
3 | Kalkhennep | 0,36 |
4a | grondpleister | - |
4b | Buitenpleister | 0,01 |
U-waarde [W/m²K] | 0,175 |
5 | raamkozijn | |
6 | aluminium dorpel | |
7 | rotswolisolatie | |
8 | multiplex beplating | |
9 | technieken wand | |
10 | linteel kalkhennep | |
11 | linteel metsewerk |
|Element |Score
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - zacht chemisch gebonden | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - deels herstelbare schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: → 1 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - volledige integratie technieken | ![]() |
||||
randopsluiting element - monoliet | ![]() |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - kalkmortel | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - deels herstelbare schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: 1→ 8 → 7 → 6 → 5 → 4b → 4a → 10 → 3 → 11 →2 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | ![]() |
||||
randopsluiting element - mortelvoegen | ![]() |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - lijm | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - onherstelbare schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: 1→ 8 → 7 → 6 → 5 → 4b → 4a → 10 → 3 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | ![]() |
||||
randopsluiting element - verlijmde voegen | ![]() |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - kalkgebonden | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - deels herstelbare schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: 1→ 8 → 7 → 6 → 5 → 4b → 4a | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | ![]() |
||||
randopsluiting element - monoliet | ![]() |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - kalkgebonden | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - deels herstelbare schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: 1→ 8 → 7 → 6 → 5 → 4b | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | ![]() |
||||
randopsluiting element - monoliet | ![]() |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - ankers | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - extra handelingen zonder schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: 1→ 8 → 7 → 6 → 5 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | ![]() |
||||
randopsluiting element - achter slag | ![]() |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - extra handelingen zonder schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: 1→ 8 → 7 → 6 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | ![]() |
||||
randopsluiting element - open | ![]() |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - los geplaatst | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - volledig herstelbare schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: 1→ 8 → 7 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | ![]() |
||||
randopsluiting element - open | ![]() |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - extra handelingen zonder schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: 1→ 8 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | ![]() |
||||
randopsluiting element - open | ![]() |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - pleisterwerk | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - deels herstelbare schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: 1 → 9 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - volledige integratie pleisterwerk | ![]() |
||||
randopsluiting element - open | ![]() |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - lijm | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - deels herstelbare schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: 1→ 8 → 7 → 6 → 5 → 4b → 4a → 10 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | ![]() |
||||
randopsluiting element - mortelvoegen | ![]() |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - kalkmortel | ![]() |
||||
toegankelijkheid verbinding - deels herstelbare schade | ![]() |
||||
Demontagevolgorde: 1→ 8 → 7 → 6 → 5 → 4b → 4a → 10 → 3 → 11 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | ![]() |
||||
randopsluiting element - mortelvoegen | ![]() |
De levensduur heeft een indicatie omtrent de levensduur per type materiaallaag. Op de afbeelding wordt de levensduur per materiaal aangeduid in een kleur volgens deze legende:
Site |
Structure |
Skin |
Services |
Space plan |
oneindig |
> 60 jaar |
30 – 60 jaar |
7 - 25 jaar |
5 – 20 jaar |
Constructieve producten (producten onder de laag ‘Structure’) blijven meestal de gehele levensduur van een gebouw behouden, terwijl de afwerking meerdere malen wordt vervangen. Producten met kortere levensduur dan die van het gebouw waarin ze toegepast worden, zijn extra interessant om losmaakbaar uit te voeren.
Het is dan ook zinvol dat verbindingen tussen lagen met een verschillende levensduur maximaal toegankelijk zijn en dat de type verbindingen eenvoudig en snel te demonteren zijn. Voornamelijk in functie van renovatie- en/of herstelwerken moet worden vermeden dat lagen met een verschillende levensduur met elkaar worden vermengd (doorkruisingen, zoals technische leidingen in een gespoten isolatie) en dat de zijden van de materiaallaag (randen zoals een tand- en groefverbinding) maximaal ongebonden zijn met aanliggende materiaallagen.
In een optimale situatie is de volgorde van de materiaallagen conform hun verwachte levensduur. Dit laat toe renovatie of herstel uit te voeren zonder lagen met een hogere levensverwachting te moeten beschadigen.
De "uitroeptekens !" op de afbeelding duiden materialen aan die niet in de ideale volgorde zijn geplaatst volgens hun levensduurverwachting. Bij vervanging of herstel hiervan zullen materialen met een hogere levensverwachting onnodig worden beschadigd.
Uitvoeringsaspecten
- Vochtregulerend effect op binnenklimaat vooral als isolatie vrij is of als er een dampopen afwerking (leem- of kalkpleister) gebruikt wordt, maakt het zeer geschikt voor renovaties (waarbij de buitengevels behouden blijven).
- Kalkhennep is zelfdragend, maar niet constructief dragend
- Zwaardere lasten moeten altijd aan de structuur bevestigd worden, niet aan de kalkhennep
- Kalkhennep is niet luchtdicht dus afwerking nodig: dampopen afwerking langs binnen-en buitenkant (leem- of kalkpleister) om respectievelijk vochtregulerende werking te behouden en condensatie te vermijden
- Kalkhennep mag niet permanent aan vocht blootgesteld worden, een sokkel uit een ander materiaal (zoals bij traditionele houtskeletbouw) en een regendichte (en dampopen) buitenafwerking
- Tip: droge werkplek creëren door eerst het dak af te werken en dan pas isolatie te plaatsen
- Kalk-hennep is gevoelig voor schimmelvorming kort na de plaatsing. Voldoende ventilatie is cruciaal, zeker de eerste maanden na de plaatsing.
Prefab blokken:
- Blokken beschermen tegen opstijgend vocht: aan de binnenkant waterdampdicht membraan, aan de buitenkant mogen de blokken vanaf 20cm van de grond gemonteerd worden.
- Geschrankt geplaatst
- Altijd bevestigen met kalkmortel en ook bevestigen met spouwanker (metselwerk) of verbindingshoek (houten constructie) aan draagstructuur
- Prefab blokken eenvoudig te verzagen, een rasp wordt gebruikt om oneffenheden te verwijderen
- Combinatie van prefab blokken en in situ/droog mengsel kalkhennep maakt het mogelijk om oneffenheden op te vangen. Wanneer gebruik gemaakt wordt van prefab blokken, wordt de holte tussen de prefab blok en de bestaande wand opgevuld met in situ geplaatste kalkhennep.
- Voordeel prefab: weersinvloeden geen impact op bouwproces, grotere kans op homogeen kalkhennepproduct met gelijke eigenschappen, geen bouwvocht etc.